Wat is een voetganger in Amerika? Iemand die zijn auto heeft geparkeerd. Een Amerikaanse docente vertelde me ooit dat ze soms op de fiets naar haar werk ging. Haar collega’s hadden haar verbijsterd aangekeken: levensgevaarlijk! Fietspaden zijn schaars buiten de hippe grote steden.
Van Veelen woonde een jaar in St. Louis, een stad met grote problemen (vanwege opgedoekte fabrieken) en veel dodelijke schietpartijen. Het is vooral een stad met een strenge raciale scheiding. Als je blank bent, woon je in díe wijk en moet je in díe en díe wijken niet komen. Een vriend vertelt Arjen dat hij niet bang hoeft te zijn in een zwarte wijk. Een Afro-American bedenkt zich wel drie keer een blanke neer te schieten, daar reageert de politie extra fanatiek op. Over het algemeen zijn slachtoffers van schietpartijen bekenden van de dader, dus wat heb je te vrezen in een wijk waar je niemand kent?
Nog even over de auto’s: ooit wilde de regering meer treinen, maar arbeiders van Ford hebben destijds de spoorlijnen gesaboteerd. Amerika is nog steeds een land waar de auto de dienst uitmaakt, zelfs wandelen is een hachelijke zaak. Dat doe je alleen als je geen auto kunt betalen, met als gevolg dat degenen met slechtbetaald werk soms uren onderweg zijn om naar hun werk te lopen.
Bovendien, in je auto ben je veilig voor overvallen. In het boek wordt duidelijk dat veel Amerikanen bang zijn. Daarom kopen ze wapens en wagen zich zelden buiten hun vertrouwde omgeving. Als een Amerikaanse vriend op bezoek komt in Europa, is het eerste wat hij doet een mes kopen, zodat hij niet ongewapend over straat hoeft. Dat hij daardoor niet toegelaten wordt op de Eiffeltoren, is minder belangrijk. Parijs, I.S., terroristen! Je bent wel gek als je dan geen voorzorgsmaatregelen neemt.
Het is die angst en verlangen naar vroegere welvaart die Trump handig heeft benut om president te worden. Van Veelen bezoekt een verkiezingsbijeenkomst en ziet/voelt hoe het publiek geraakt wordt door de duidelijke leuzen en het aanwijzen van zondebokken. Dat hierdoor Amerikanen tegen elkaar worden opgezet, lijkt niemand te deren.