Als ik leerlingen op school vraag wat ze willen worden, zijn er altijd een paar die ‘beroemd’ zeggen. Waarmee, dat maakt ze eigenlijk niet uit. De eindeloze stroom foto’s van zichzelf die ze posten zien ze waarschijnlijk als een veelbelovende start. Ervaringsdeskundige Raymond van het Groenewoud over roem: ”Je bent ongelukkig als jouw zelfbeeld niet overeenkomt met de waardering die je krijgt.”
Poezieboys spelen Perec
Na de memorabele voorstelling over Daniil Charms laten Joep Hendrickx en Jos Nargy ons kennismaken met Georges Perec. Nog zo’n wonderlijke taalkunstenaar die bijvoorbeeld een boek schreef zonder de letter e, én een boek waarin de e de enige klinker is.
Twee keer theater
Bij binnenkomst in de kleine zaal van het Isala Theater zijn de spelers van Beer Muziektheater nog bezig om de beamer aan te krijgen en is er eigenlijk te weinig ruimte voor het (kartonnen) decor. ‘We spelen er wel omheen,’ sust René Groothof, ‘en als u op de voorste rij last heeft van het zijlicht, kunt u misschien een plekje zoeken op de tweede rij.’ Als de beamer zelfs na hulp van de technicus dienst weigert, rent Yari van der Linden met de laptop langs het publiek om concertbeelden van Sjostakovitsj te laten zien.
So Far So Good (Wat we doen/Theater Rotterdam)
Een warme zomeravond aan het Afrikaanderplein. Buiten wordt gevoetbald en zitten jongeren op de stoep, in de schaduw. Wat doen wij in vredesnaam in een broeierige theaterzaal?
Lees verder “So Far So Good (Wat we doen/Theater Rotterdam)”
‘Ooit een normaal mens ontmoet?’
‘En, beviel het?’ Deze tekst, op een spiegelende poster, was in de jaren zeventig in progressieve kringen te zien. Simon Carmiggelt tekende voor de prikkelende woorden. In korte tijd zag ik twee voorstellingen en las een boek over gedrag dat buiten de norm viel. Wat normaal is, heeft Multatuli ooit kernachtig verwoord: ’De ganse moraal van de wereld kan worden samengevat in de woorden: doe als de meesten.’ Drie keer een confrontatie met buiten-normaal gedrag.
De recreanten (John Buijsman en Helmert Woudenberg)
Zit je zomaar op anderhalve meter afstand van Helmert Woudenberg terwijl hij probeert zijn scootmobiel achteruit in te parkeren. Het publiek is hulpvaardig: beetje naar links, nee, terug, ja, nu recht achteruit! Zoiets overkomt je zelden in de schouwburg.
Lees verder “De recreanten (John Buijsman en Helmert Woudenberg)”
Drie keer anders
Zo zit je eindeloos thuis en zo zit je ineens drie keer in twee dagen in het theater. Donderdag bij Roland Vonk met zijn eerste avond over oude Rotterdamse artiesten, vrijdagmiddag bij zangstudenten van Codarts en ’s avonds bij het jonge theaterduo Coupdeboule. Allemaal theater en volkomen verschillend.
Wat bezielt Waterland? (De Stolp)
De première viel in het water (dat heb je met locatietheater), maar bij de andere voorstellingen konden 300 toeschouwers een plek vinden die voldeed aan alle veiligheidsvoorschriften. Gelukkig maar.
Dat wordt nooit wat (Bert Visscher)
Als je in Groningen hebt gewoond, heb je hoogstwaarschijnlijk wel eens met Bert Visscher in een café gezeten. Er zijn klassieke voorbeelden van komieken die zich wereldvreemd/autistisch/mensenschuw/chagrijnig gedragen als ze niet op het podium staan, maar zo is Bert niet. Ieder gezelschap is publiek en moet en zal vermaakt worden.
Verloren dingen (Het Filiaal theatermakers)
Er was een voorstelling in de kleine zaal van de Schouwburg! Kennelijk was iedereen zo bang of moedeloos (of allebei) dat men maar thuis was gebleven. 15 van de 30 plaatsen waren bezet en bij de vroege voorstelling waren er maar 8 kijkers. Jammer, jammer!