Drie keer geschiedenis

Hoe hanteer je geschiedenis in film en op papier? Hou je afstand of probeer je zo dichtbij mogelijk te komen? Drie totaal verschillende producten die allemaal direct met deze vragen te maken hebben.

‘Viglius van Aytta’ (Kees Sluys) is een beknopte levensbeschrijving van een Friese politicus en geleerde in de 16e eeuw. Viglius (Latijnse voor zijn geboortenaam Wigle) uit Swichum zetelde in het centrum van de Europese macht, als directe afgevaardigde van Karel V en Philips II. Hij moest een buffer vormen tussen de Hollandse edelen en de strenge Spaanse vorst, maar slaagde er niet in wederzijdse gematigdheid te bewerkstelligen. Geweldig dat er zoveel correspondentie bewaard is gebleven, de sprankelende schrijfstijl van Erasmus maakt nieuwsgierig. Toch is het geen adembenemend boek. De politieke verdiensten van Aytta worden op een rijtje gezet, de man leer je niet kennen, dat was kennelijk het doel niet van Sluys.

Jan Brokken pakt het in ‘De kozakkentuin’ precies andersom aan. De vriendschap tussen de adellijke ambtenaar Alexander von Wrangel en Dostojevski bechrijft hij in de ik-vorm vanuit Von Wrangel. De heren ontmoeten elkaar in Siberië, Dostojevski komt net uit het kamp, is nog banneling en heeft een publicatieverbod. Von Wrangel doet er alles aan zijn vriend te steunen en weer in de gratie van de tsaar te krijgen. Hij leent Dostojevski duizenden roebels, maar als hij tenslotte een bescheiden beroep op de dan beroemde schrijver, is dat meteen het einde van de vriendschap.

Brokken weet hoe je een boeiend verhaal vertelt en heeft een perspectief gekozen dat goed werkt. Von Wrangel kan als vriend begrip opbrengen voor de keuzes van Dostojevski. Zijn boek ‘Aantekeningen uit een dodenhuis’, over het verblijf in een Siberisch kamp, was rooskleuriger dan de werkelijkheid, omdat Dostojevski als de dood was opnieuw in ongenade bij de tsaar te vallen. Tussen alle maatschappelijke verwikkelingen spelen problematische liefdes een soap-achtige rol.

In de Spaanse film ‘Madres paralelas’ (Pedro Almodóvar) speelt de geschiedenis een subtiele, maar onmisbare rol. Fotografe Janis probeert al jaren een massagraf uit de Spaanse Burgeroorlog te ontsluiten, met daarin een voorouder. Van de anatoom die het project moet gaan leiden, wordt ze zwanger, haar kind wordt na de geboorte verwisseld, met ingrijpende gevolgen. Omdat ze zo bezig is met de slachtoffers van de oorlog en hun nabestaanden en beseft hoe belangrijk familie is, neemt ze uiteindelijk een pijnlijke, maar onvermijdelijke beslissing. Fijne film, goed verhaal, goede cast.


Foto (Martin Stevens): Aytta-blomkes, de winteraconiet die Viglius meegenomen zou hebben uit Padua.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *