Rudy Kousbroek en Jeroen Brouwers hebben ooit een verhitte pennenstrijd gevoerd over de gruwelijkheden in de jappenkampen. Volgens Brouwers waren marteling en verkrachting aan de orde van de dag, Kousbroek vond de beschrijvingen hierover in Brouwers’ roman Bezonken rood teveel ontleend aan de nazikampen. Met iets minder wapengekletter heeft zich in de Russische kampliteratuur iets vergelijkbaars voorgedaan.
Dostojevski zat vier jaar in Siberië, en schreef over die periode Aantekeningen uit het dodenhuis, een voor zijn doen ingetogen boek over het leven in een strafkamp. In het boek worden ook positieve kanten belicht: de handeltjes en criminelen die toch een soort erecode hebben.
Sjalamov zat twintig (!) jaar in een dodenkamp en schreef Berichten uit Kolyma. Ik heb er eerder over geschreven. Bijna emotieloos bericht hij over de verschrikkingen in het kamp en veegt terloops de lichtpuntjes van Dostojevski van tafel: criminelen hebben helemaal geen erecode en staan handeltjes alleen toe als zij de opbrengst kunnen opstrijken.
Solzjenitsyn zat acht jaar in een kamp en schreef Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj. Net als Dostojevski werd hij met zijn kampboek beroemd in Rusland en daarbuiten. Dat kon niet lang goed gaan. De sovjets grepen in, zeker nadat hem in 1970 de nobelprijs voor literatuur was toegekend. Van 1974 – 1994 leefde hij in ballingschap, daarna kon hij weer naar Rusland.
Precies één dag in een werkkamp, Ivan Denisovitsj Sjoechov, een handige scharrelaar heeft een goede dag: hier een dubbele portie brood, daar een gematste sigaret. Als hij ’s avonds de dag overdenkt, is hij eigenlijk wel tevreden.
Solzjenitsyn heeft zijn verhaal verteld/voorgelezen aan medegevangenen. Dat verklaart veel. Een zwartgallig Sjalamov-verhaal zou hoogstwaarschijnlijk niet erg positief ontvangen zijn. Maar een verhaal met een mazzeltje hier en daar, ik denk dat daar wel belangstelling (met misschien een kleine beloning) voor was. Sjalamov moest natuurlijk niks hebben van deze roman die in zijn ogen veel te rooskleurig was. In het begin van het boek wordt gesproken van een kampkat, die ervoor zorgde dat er niet teveel muizen waren. Een kat! Onmogelijk volgens Sjalamov, een kat zou meteen zijn gevangen en opgegeten in het kamp. Later gaf Solzjenitsyn ruiterlijk toe dat Sjalamov het veel slechter had gehad dan hij. Zo bleef een polemiek tussen beide schrijvers gelukkig uit.
Foto: Solzjenitsyn als vrij man in 1955