Drie Russen

Buiten regen, koude wind en een avond die al vóór zes uur begint. We eten stoofpotten en maaltijdsoepen, zitten met een dekentje op de bank en we lezen Russen. Want het kan altijd erger.

Jaren geleden bood de Groene Amsterdammer de complete Russische Bibliotheek aan voor Fl. 2.500,-, omgerekend een krappe € 30,- per deel. Nu kosten die mooie gebonden uitgaven plm. € 70,-. Het was een mooie investering geweest, maar ik heb het niet gedaan. Ik had al een aardige verzameling en bovendien waren veel delen ook in paperback beschikbaar. Misschien minder mooi in de boekenkast, maar het gaat om de inhoud, niet om de band (hoe fraai ook). Inmiddels heb ik de meeste delen, gebonden, paperback of in kleinere uitgaven.

Tijdens de lockdown heb ik het monumentale boek over de 19e eeuwse Russische literatuur van Karel van het Reve gelezen en onderweg zoveel mogelijk schrijvers die aan bod kwamen uit de kast gehaald of besteld en gelezen. Niet alles, daar duurde zelfs die lockdown niet lang genoeg voor.

Een schrijver die ik destijds heb gemist was Vsevolod Garsjin (1855 – 1888), schrijver van een klein en zeer wisselend oeuvre. Bij de Slegte lag een mooie uitgave van De beren en andere verhalen. Garsjin, prototype van een getroebleerde Rus, meldde zich op jonge leeftijd aan als vrijwilliger voor de oorlog met Turkije, raakte gewond, ging schrijven, werd depressief en pleegde zelfmoord.

Zijn sprookjes boeiden me niet, zijn oorlogsverhalen waren een openbaring. Vier dagen, een verslag van een gewonde soldaat die vier dagen wacht op hulp terwijl hij naast een vijandelijke soldaat ligt die hij daarvoor heeft gedood, is een beklemmend en meeslepend verhaal. Dat geldt ook voor zijn andere oorlogsverhalen en De rode bloem, waarin een psychiatrisch patiënt om onnaspeurlijke redenen de rode bloemen in de tuin van de inrichting wil vernietigen.

Iwan Toergenjev was een totaal andere figuur, hij verbleef veel in het buitenland (wat voor Russen altijd een beetje verdacht is), was succesvol en ondersteunde veel schrijvers (o.a. Garsjin) die het minder breed hadden. In deel 1 van de verzamelde werken staan vier vroege romans: Roedin, Het adelsnest, Aan de vooravond en Vaders en zonen. Degelijke, weemoedige romans die vooral tijdloos zijn. Vergeefse liefde, een gefnuikte carrière, sterke vrouwen en mannen die veel besluitelozer zijn.

Lev Tolstoj tenslotte, is veel meer een ‘Russische’ schrijver, in het tweede deel van de verzamelde werken met verhalen en novellen wisselen fragmenten, sprookjes en korte romans elkaar af. Wat mij altijd opvalt bij de klassieke Russen is de gulheid van de boeken. De kozakken, over een dandy die zich beter op zijn plaats voelt bij de kozakken, maar uiteindelijk beseft dat hij er nooit écht bij zal horen, telt 170 pagina’s en zou hier als roman op de markt worden gebracht. In Russische ogen was het hooguit een novelle.

Vergelijk je de drie schrijvers met elkaar, is Tolstoj toch vooral een exponent van de negentiende eeuw. De oorlogsverhalen van Garsjin (die mij deden denken aan Im Westen nichts neues van Remarque) passen in de twintigste eeuw en Toergenjev wordt nog steeds herdrukt en gelezen. Op hem lijkt de tijd geen vat te hebben.

         

Garsjin, Toergenjev en Tolstoj, alledrie geschilderd door Ilja Repin

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *