Wat te doen als je de slaap niet kunt vatten? Als je je vertwijfeld afvraagt waarom acht uur slaap er voor jou niet inzit? Denk aan een huis waar je gelukkig bent geweest en probeer het zo precies mogelijk te beschrijven.
Asscher beschrijft in deze ‘roman van een kleinzoon’ het huis waar zijn grootouders na de oorlog zijn gaan wonen en waar de kleine Maarten en zijn broertje heerlijke vakanties hebben doorgebracht. Vanaf het hek aan de straatkant, herinnert hij zich minutieus alle vertrekken, meubels, geuren, schilderijen en andere voorwerpen. Daarnaast zoekt hij antwoorden op de vragen waarop Oa en Oma Roosje niet wilden of konden ingaan. De oorlog en zijn gevolgen, daarover werd gezwegen.
Als je je concentreert op een bepaalde tijd of plaats, komt er meer naar boven dan je vooraf voor mogelijk had gehouden. Een bekende schrijfoefening bij schrijfcursussen is: in welk jaar was je tien? Daarna moet je allemaal vragen beantwoorden, van eenvoudig (waar woonde je?), naar moeilijker (waar was je bang voor?). Deelnemers zijn altijd verbaasd dat ze nog zoveel weten van die tijd.
De combinatie van de herinneringen en de zoektocht naar de geschiedenis van de familie werkt goed, ze versterken elkaar. Daar komt bij dat de grootouders boeiend zijn. Oa die zoveel weet en er strenge regels op nahoudt over hoe alles moet, Oma Roosje die verzorgt zonder sloverig te worden. Asscher verzucht dat hij zo graag meer had willen vragen en vastleggen. Nu moet hij het doen met nachtelijke zoektochten, waarbij hij gelukkig toch af en toe in slaap valt.
Op de foto: Oma Roosje met Maarten en Erik in Kew, Engeland