Omdat ik geen Story of Privé lees, stil ik mijn nieuwsgierigheid met biografieën. En de boeken van Henk van Gelder (her)lees ik met veel plezier. Carmiggelt, Jaques van Tol, De Schnabbeltoer, allemaal boeken die ik vaak inkijk.
Jaap van de Merwe, De vriendelijkste kerel van de wereld (volgens de subtitel) was in de jaren 60 en 70 een schrijver van nietsontziend links cabaret. Misschien nog belangwekkender was zijn werk als schatgraver die vergeten proletarische zangers opdook en onder de aandacht bracht.
Hij is als cabaretier eigenlijk vrij snel na zijn dood in 1989 vergeten, en in de jaren 80 zat hij vol plannen die bij geen enkele omroep werden uitgevoerd. Sociaal onhandig, geen prettige podiumprésènce en gebrekkig zelfinzicht. Hij vond zichzelf de allerbeste vertolker van zijn teksten, ook al probeerde letterlijk iedereen hem van het podium weg te houden. Maar onder die harde buitenkant een innemende man, met een hulpeloze uitstraling, wat hem toch weer sympathiek maakte.
Mooi tijdsbeeld van een relatief onbekende afdeling van het Nederlandse cabaret. Dat is gedeeltelijk onterecht, want Jaap van de Merwe heeft ook tijdloze prachtliedjes geschreven: Pluizen in de wind, De ballade van het wonderorgel, en Drie patroeljes.