In 1992 solliciteerde ik in Delft naar een baan bij een instelling voor basiseducatie. Voor deelnemers met kinderen was er een kinderopvang. Toen ik daar langsliep, stelde een medewerkster zich voor: Djoeke Bakker. Ik vroeg of ze familie in Buitenpost had. Jazeker, haar ouders woonden daar. ‘Dan zijn we familie,’ zei ik, waarna ik als enige man in de buurt meehielp de zandbak naar buiten te sjouwen en de volgende dag bericht kreeg dat ik was aangenomen.
Toni Boumans beschrijft de geschiedenis van één van de Bakkers, Miente (1888 – 1975). Gelukkig is er aandacht voor het enorme gezin in Buitenpost waarin hij opgroeide. Maar liefst vijftien kinderen (twee vroeggestorven kinderen niet meegerekend) kregen Popke Sjoerd Bakker en Dieuwke (spreek uit: Djoeke) Althuisius (klik hier voor de stamboom)
Dirkje Bakker (1884 – 1963), één van de vijftien, was de moeder van mijn vader. Met zoveel kinderen en terugkerende namen (ik heb een broer die Popke Sjoerd en een zus die Dirkje heet, van wie de dochter Dieuwke heet) is het vrijwel altijd raak als je een Bakker met een van de bekende voornamen tegenkomt en naar zijn/haar familie vraagt.
Miente kreeg uit twee huwelijken 13 kinderen. Over zijn gezin gaat het boek. Enkele zonen waren homoseksueel. Gelovig, gereformeerd opgevoed zorgde dat voor gewetensnood, maar er bleef altijd een liefdevol contact met vader Miente, zo blijkt uit briefverkeer. Wel voelden ze zich meer thuis in het wereldse Amsterdam, waar voor de oorlog al een café was waar homo’s en lesbiënnes elkaar ongestoord konden ontmoeten.
In de oorlog kwamen zij in verzet, met uiteindelijk voor drie kinderen direct en indirect, noodlottige afloop. Zoon Popke Bakker was één van de slachtoffers van de schietpartij op de Dam, een dag voor de officiële bevrijding. In juli 1945 overleed dochter Maaike na een ongeluk met een Canadese jeep.
Mijn vader was van plan een boek te schrijven over het eerste, grote Bakker-gezin. Stof genoeg. Het verhaal ging dat Popke Sjoerd een groter huis nodig had en van weduwe Kuipers het Jeltingahuis kocht, met de aantekening dat het na koop gesloopt moest worden. P.S. deed dat niet omdat er volgens hem in het koopcontract niet stond wannéér het gesloopt moest worden. Boumans legt uit dat het verhaal niet klopt. Eigenlijk jammer, de waarheid is minder leuk dan de mythe.
Ik vraag me af of het boek voor buitenstaanders interessant genoeg is, maar als alle Bakkers en hun nazaten het boek kopen, kun je waarschijnlijk toch van een bescheiden bestseller spreken.
De kinderen uit het eerste huwelijk van Miente Bakker