Lezen in de vakantie #4

Een kennis vertelde voor de vakantie dat ze dolblij was met haar net gekregen e-reader. Geen zware tas boeken mee, een ingebouwd lampje zodat ze ook in het donker kon lezen, ze kon er maar nauwelijks over uit. Bij vakantie hoort voor mij een krat met boeken. Schermpjes krijgen al genoeg aandacht in de rest van het jaar.

Deze boeken vond ik de moeite meer dan waard. Vier romans, twee biografieën en een autobiografie. Bijna had ik ‘Drie vrouwenlevens’ geschreven, maar na het lezen van de biografieën van Hella Haasse, Jeanne Bieruma Oosting en de herinneringen van Nina Berberova zou dat een misplaatste titel zijn geweest. Alle drie kunstenaressen hebben in meer of mindere mate moeilijkheden ondervonden omdat de tijd waarin ze leefden niet erg was ingericht op vrouwelijke schrijvers en schilders. Hun mannelijke collega’s hadden het een stuk gemakkelijker. ‘Vrouwenleven’ doet geen recht aan hun werk.

Neem bijvoorbeeld Hella Haasse. Aleid Truijens schrijft in Leven in de verbeelding dat er in de jaren 60/70/80 maar altijd werd gesproken van de Grote Drie (Mulisch, Reve en Hermans), maar Haasse is meer vertaald en wordt nog steeds goed gelezen, terwijl de jasjes van de genoemde heren toch wat sleets worden. En het leek alsof ieder interview met Haasse begon met de vraag hoe ze als vrouw de tijd vond om boeken te schrijven naast het huishouden en de zorg voor de kinderen. Nou, ze deed het gewoon, ze sloot zich op, besteedde minimale aandacht aan de kinderen en overige verplichtingen en schreef, altijd en overal. Dat haar man er niet goed tegen kon dat zij veel succes had en voor hem slechts een soort meneer Haasse-rol was weggelegd, zorgde voor spanningen en wellicht voor de afwezigheid van gelukkige huwelijken in het oeuvre van Haasse.

Schilderes Jeanne Bieruma Oosting koos noodgedwongen voor een rigoureuzere aanpak: geen kinderen, geen partner. Afkomstig uit een rijke Friese familie, had ze zich geen financiële zorgen hoeven te maken, maar haar vader lag dwars. Dochters uit dat milieu werden geacht een rijke edelman te trouwen om zo het familiebezit te versterken. Haar broer kon zijn leven lang boemelen, Jeanne moest keihard werken. Pas toen de erfenis verdeel werd, kon ze vrij ademhalen.

Jolande Withuis besteedt in Jeanne Bieruma Oosting – Geen tijd verliezen veel aandacht aan het (Friese) adellijke milieu dat pas in de loop van de 20e eeuw de vastgeroeste mores moest laten varen. Geen wonder dat Troelstra en Domela Nieuwenhuis in Friesland een grote aanhang hadden.

Nina Berberova beschrijft haar leven in Cursivering van mij. Van goede komaf (haar opa van moederskant stond model voor Gontsjarovs Oblomov) was zij na de revolutie niet meer veilig in de Sovjet Unie. Via Berlijn en Parijs belandde ze in Amerika waar ze Russische literatuur doceerde. Haar verhalen over de Russische emigranten in Parijs, mannen van aanzien die taxichauffeur werden, portier of fabrieksmedewerker, maakten haar beroemd. Sommige schrijvers die gevlucht waren voor Stalin, konden niet wennen aan het gebrek aan geld en aandacht en gingen terug naar Rusland, vaak met akelige gevolgen.

Wat je voor Berberova inneemt is haar levenslust. Haar eerste geliefde Vladislav Chodasevitsj ligt depressief in bed en is alleen ’s nachts actief, zij zorgt voor hem, voor inkomen en gaat erop uit om te schrijven en andere Russen te bezoeken. Als het niet meer gaat, vertrekt ze, net als bij haar tweede geliefde. Andere koek dan bij Haasse en Bieruma Oosting, maar ook bij haar een onvoorwaardelijke keuze voor het werk.

Drie andere boeken zijn familiegeschiedenissen. Mits er genoeg gekken en andere onaangepaste figuren rondstruinen in zo’n roman is dat goed te doen. In De boeken der kleine Zielen beschrijft Louis Couperus de welgestelde Haagse elite, die juist zó aangepast zijn, dat elke misstap een leven lang voor opschudding blijft zorgen. De jonge Addy moet ervoor zorgen dat zijn ouders elkaar de hersens niet inslaan en eindigt uiteindelijk zelf in een uitzichtloos huwelijk. Net als bij Eline Vere vraag je je af of die mensen niks beters te doen hebben dan visites afleggen en over elkaar te roddelen. Couperus schrijft fijne dialogen, heerlijke vakantielectuur.

Bij Ljoedmila Oelitskaja gaat het er een stuk heftiger aan toe. Een jonge vrouwenarts redt in de Tweede Wereldoorlog het leven van een jonge vrouw. Het is het begin van een moeizaam bestaan in het na-oorlogse Rusland. De vrouwenarts maakt carrière en vindt een slimme oplossing om zich te onttrekken aan het politieke wespennest in de Sovjet Unie: voor belangrijke vergaderingen laat hij zich afmelden omdat hij ‘aan de zuip is’. Zoiets werd kennelijk niet vreemd gevonden in die tijd. Voor dit boek kreeg Oelitsjkaja de Open Russia Booker Prize.

Ook in Lessen van Ian McEwan kun je het leven van de hoofdpersonen moeilijk loskoppelen van de tijd. Van de Koude Oorlog tot en met de coronapandemie, alles heeft zijn weerslag op het dagelijks leven. Heb je in het begin nogal moeite met de idealen van Roland en zijn onvermogen die te bereiken, aan het slot voel je met hem mee en zijn de keuzes die hij heeft gemaakt niet onsympathiek. Als een wonderkind eindigt als barpianist, en daar kennelijk tevreden mee is, is dat prima.

Vlak hiervoor las ik De troost van vreemden (1981), een thriller. Lessen is veelomvattender, boeiender qua opbouw en inhoud, en dikker. Gaan sommige schrijvers (soms onnodig) dikkere boeken schrijven naarmate ze ouder worden, McEwan heeft domweg meer pagina’s nodig om zijn personages te volgen. Ik vond Lessen in ieder geval indrukwekkender dan zijn vroegere boeken.

Tenslotte toch nog een pil, en een ideaal vakantieboek: Grand Hotel Europa (Ilja Leonard Pfeijffer). Spannend verhaal en een heerlijke studie naar toeristen. Na dit boek trek je nooit meer zonder lichte schaamte een korte broek aan op vakantie. Opvallend dat werkelijk iedereen in het boek spreekt in lange, meanderende volzinnen. ‘Fasse dich kurz’, het bordje dat de Parool-medewerkers na de oorlog in het verlaten Telegraaf-gebouw vonden (en lieten hangen), is aan Pfeijffer niet besteed.

Foto: Aan de stranden van Normandië staan kleine leeshuisjes met een terras waar je lekker kunt lezen. Geweldig idee!

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *