Mandarijnen op zwavelzuur (W.F. Hermans)

Het is een onhandig vierkant boek dat niet in de boekenkast past. Op het omslag zien we een fotocollage van een vrouw met een enorme vogelkop. Een meeuw, volgens Hermans, maar dat klopt niet. Het is een zeearend. Wat klopt en wat niet, wat goed is en wat niet, daarover gaat het boek.

Dat het gros van de besprokenen nu vergeten is, maakt het lezen niet eenvoudig. Wie waren Gerrit Borgers, Victor van Vriesland en J.B. Charles, om er maar een paar te noemen? Heb jij boeken van de heren op de plank staan? Worden hun geschriften überhaupt nog gedrukt? Hun voornaamste bijdrage aan het naoorlogse literaire klimaat van Nederland lag minder in hun fictie dan in hun positie als criticus, jurylid/-voorzitter en redacteur van literaire tijdschriften. Ergerlijk was bovendien dat de invloed van vooroorlogse schrijvers als Du Perron en Ter Braak nog onverminderd groot was, en misschien nog wel groter omdat ze allebei in 1940 waren overleden en postuum bijna heilig werden verklaard. De eerste pijlen van Hermans zijn dan ook gericht op deze twee schrijvers.

Hermans heeft hun navolgers in een zeer verzorgde stijl aangevallen alsof hij met een gepolitoerd kanon op lammetjes schoot, juist omdat ze zo belangrijk waren voor het literaire leven. Binnen het kringetje bobo’s en slippendragers werden de prijzen en baantjes verdeeld, terwijl Hermans niet de erkenning kreeg waarop hij meende recht te hebben. Sterker nog, hij werd voor de rechter gesleept toen een romanpersonage uitviel naar de katholieken, na de oorlog een grote machtsfactor.

Wat de polemieken heftiger maakten was de tijd waarin zich e.e.a. afspeelde. Iedereen had de oorlog meegemaakt, misschien zelfs gepubliceerd in een verdacht blaadje of was op een andere manier niet brandschoon geweest. Reden genoeg om mensen nogal gemakkelijk voor fascist uit te maken of aan Moskou te koppelen, het waren per slot van rekening de jaren van de Koude Oorlog.

Ik heb het boek met verbazing gelezen. Je kunt je dergelijke veldslagen in kranten en (zelf uitgegeven!) brochures nauwelijks meer voorstellen. Schrijvers hebben nog steeds lange tenen, maar ik denk dat veel geschillen zich buiten mijn gezichtsveld op internet afspelen, en ik moet heel eerlijk bekennen dat er dagen voorbijgaan dat ik niet alle literaire tijdschriften doorpluis op zoek naar meningsverschillen tussen schrijvers. Dat er in Mandarijnen uitputtend op elkaar wordt gereageerd, maakt het boek minder geschikt om in één keer uit te lezen. Al die heisa, al die kolommen in kranten! De verwijzing naar dat boek klopt niet ‘omdat het pas drie jaar later verscheen’, de verwijzing klopt wél omdat er eerder een Franse editie was verschenen, etc. etc..

Hoewel hij het zelf ontkende, was Hermans een lichtgeraakte pestkop. Jef Last had een Duitse prijs ontvangen en zocht vriendelijk contact met Hermans, die met een Duits briefje reageerde. Een aardigheidje, moet kunnen. Last vond dat niet kies en liet dat merken, waarop Hermans er een nieuw doelwit bij had.

Over dat pesten tenslotte een anekdote. Een student aan de Universiteit van Groningen moest bij lector Hermans thuis een bespreking houden over zijn scriptie. Op de snikhete zomerdag belde de student aan, in T-shirt en korte broek. Hermans deed open in driedelig pak en eiste dat de student passend gekleed zou gaan. Die haastte zich naar huis en meldde zich, keurig in pak, weer bij Hermans. Die heeft de bespreking toen gevoerd in de tuin, gekleed in korte broek en luchtige bloes.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *