Om je schouders hang ik de nacht (dichtbundel, Myrte Leffring)

Toen Willy en ik verhuisden van een benedenverdiepinkje naar een royale bovenverdieping in het Oude Noorden, konden we eindelijk een grote eettafel kopen. Grenen, twee meter lang (evt. met een meter te verlengen). Aan deze tafel hebben we met kinderen, familie en vrienden duizenden maaltijden, koppen koffie, pilsjes en glazen wijn soldaat gemaakt. Zonder tafel is een huis geen thuis.

Myrte Leffring, onvermoeibaar pleitbezorgster van poëzie, schreef onderstaand gedicht over een huis aan zee met een tafel van wrakhout. De tafel (ongetwijfeld zelfgemaakt) wordt alleen in de eerste en laatste strofe genoemd, maar is in dat huis toch onmisbaar. Zeer beeldend, helder, en weemoedig. Dat zelfgebouwde huis aan het strand zal er nooit komen (let op het herhaalde gebruik van het woordje  ‘zou’), maar hoe prettig was het om ervan te dromen.

HET WAAIT

Ik dacht altijd dat ik
een huis wilde aan het strand
ik at aan een tafel van wrakhout
met mijn mes peuterde ik
moeiteloos de schelpen open

ik ving regenwater op in een verweerde ton
van aangespoelde planken
maakte ik dat huis waar
altijd mensen zouden komen
en eten was voor iedereen

ik zou vroeg wakker worden en vele,
vele verhalen vertellen aan kinderen
van vrienden

ik dacht dat de zee mij rust zou brengen
het water, de deining, het zout in de lucht
de schepen die ik van verre onderscheidde

ik zou goed knopen kunnen leggen
de getijden en de wolken kunnen lezen
vissen schoonmaken aan die tafel
vis voor vrienden
veel vis

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *