De kraak- en kunstscene in Rotterdam in de jaren tachtig is in deze roman een onontwarbaar geheel. Iedereen maakte kunst, zocht woonruimte en kraakte, omdat het via de reguliere paden een eeuwigheid duurde voor je woonruimte had. En wat dan nog? No Future vatte de algehele stemming krachtig samen.
Arend Zwart is fotograaf en vastbesloten het ongelijk van de kunstacademie te bewijzen. Als autonoom kunstenaar met strenge uitgangspunten (geen portretten, alleen zwart-wit, kleur is kitsch) zoekt hij woonruimte om te kunnen wonen en werken. Met een aantal medekunstenaars, die hij leert kennen in de kroeg, wordt een pand gekraakt. Van zijn dromen komt weinig terecht.
De jaren tachtig, ach ja. Alle liedjes die genoemd worden, ken ik. Ik studeerde en kon na de lerarenopleiding meteen doorlopen naar de sociale dienst. Banen waren er niet, en met weinig financiële verplichtingen was de noodzaak fanatiek te solliciteren zeer gering. Tegenover de schaarse financiële middelen, stond een zee van tijd. Tijd om te schrijven, theater te maken, op stap te gaan, enzovoorts, enzovoorts. Dit alles in een grimmige, verloederde sfeer. Ik herinner me een groep joelende krakers die vanuit het Wolters Noordhoff-complex de Vismarkt opstormden, een spookachtig beeld waarvan ik me later afvroeg of ik het misschien gedroomd had.
Die grimmige sfeer is goed getroffen in het boek. No Future, maar ook de vrijheid om dingen te doen die je belangrijk vindt. Dat de (kunst)wereld misschien niet op die dingen zit te wachten, bewijst alleen maar hoe corrupt die hele bende is. Swanborn schept een indringend beeld, lijkt de scene goed te kennen. Wel vroeg ik me af of er in krakerskringen weleens iets anders werd gedronken dan bier.
Het verhaal wordt in twee gedeelten verteld: het begint in 1981 en maakt een sprong naar 1989. In die acht jaar is er opmerkelijk weinig gebeurd. Waar blijven de relaties, wel of niet geplande zwangerschappen, de vaste banen, kortom: het meer geregelde leven? De jaren negentig stonden voor de deur, waarin de hardnekkigste losbollen zich uiteindelijk toch min of meer gingen settelen.
Een zeer leesbaar boek, en een prettige aansporing om op zijn minst die lp’s van toen weer eens op te zetten.
Foto: Vlak vóór de ontruiming van het gekraakte Groninger Wolters Noordhoff-complex.