Rotterdam, een ode aan inefficiëntie (Arjen van Veelen)

Vlak bij ons huis ligt de Tweebosbuurt. Eerst werden daar de huizen tegenover de nieuwbouw met metalen platen dichtgetimmerd, later werden de huizen gesloopt. Als je er langsliep, zag je hoe de ondergang van zo’n buurtje in etappes werd uitgevoerd.

Arjen van Veelen is geboren in Rotterdam en keert er na lange tijd weer terug. Zijn belevenissen in de stad laten zien waarom de stad dergelijke beslissingen neemt. Het motto van de stad (‘schip moet varen’) zegt eigenlijk alles. De haven moet uitbreiden, de armen moeten de stad uit en buurten als de Tweebosbuurt moeten wijken voor huizen en appartementen voor mensen die daar het geld voor hebben. Kijk bijvoorbeeld naar de herinrichting van het Rijnhavengebied, met het duurste appartement van Nederland.

Bij de heropbouw van de stad na de oorlog is er een vreemde logica gehanteerd: het centrum was voor geld verdienen en winkelen. Hoezo een centrum maken met een woonfunctie? Dit was een unieke kans om een moderne stad te maken, en die is met beide handen aangegrepen. Rotterdam lijkt er alles aan te doen om een leefbare stad te worden, maar dat gaat ten koste van de mensen met weinig geld. Buurten worden opgeknapt, en daardoor onbetaalbaar.

De Rotterdamse dichter Rien Vroegindeweij kon en kan zich mateloos opwinden over het gebrek aan logica van de planologie van de gemeente. Waarom heeft Rotterdam bijvoorbeeld niet een echt cultureel centrum? Links en rechts in de stad zijn nu plukjes cultuur, wat de herkenbaarheid en duidelijkheid niet ten goede komt.

En dan de haven, wat merken we daarvan in de stad? De zeelieden komen allang niet meer passagieren op Katendrecht, ze komen van de Filipijnen, verplaatsen zich van het ene schip naar het andere, zijn lang van huis en werken liever door omdat ze zo meer geld verdienen voor het thuisfront. Van Veelen doet toch een poging ze op te zoeken en loopt mee met een zeemanspastor.

Ook de coronarellen op Zuid, waar gefrustreerde jongeren winkels vernielden, komen aan bod. In de rechtszaken krijgen de jongeren straf, hoewel opvalt dat er steeds minder streng gestraft wordt. Van Veelen trekt het beeld breder: jongeren met nauwelijks perspectief reageren zich af op de grote bedrijven die medeschuldig zijn aan de steeds grotere kansenongelijkheid in de stad.

Geen vrolijk boek, wel zeer verhelderend.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *