De Duitsers die ik heb leren kennen, waren zonder uitzondering vriendelijke en gastvrije mensen. Dat Duitsland ogenschijnlijk massaal en enthousiast de Tweede Wereldoorlog instormde, heeft me altijd verbaasd. Was er dan helemaal geen tegenkracht, probeerde niemand Hitler op andere gedachten te brengen?
Friederichs beschrijft van dag tot dag de aanloop, in de maand augustus 1939, naar de oorlog, inclusief het non-stop diplomatiek topoverleg tussen alle betrokkenen. De man van de Volkenbond reisde voortdurend heen en weer tussen Berlijn en London, zelfs toen alle hoop op een vreedzame oplossing al was vervlogen. Politici, soldaten, schrijvers, iedereen wordt gevolgd. Je hoopt tegen beter weten in op een goede afloop.
De oorlogspolitiek is eigenlijk toch gewoon politiek, maar dan veel cynischer. Stalin is blij als Hitler een niet-aanvalsverdrag wil sluiten. Laat Duitsland maar vechten tegen Engeland en Frankrijk, dat verzwakt het Westen en geeft de Sovjet Unie een betere positie. Duitsland verwacht met Engeland tegen Rusland te kunnen vechten, maar Engeland heeft genoeg van Hitlers leugens en steunt bondgenoot Polen.
Duitsland wil oorlog, maar het idee dat Hitler lukraak Polen binnenviel, is veel te simpel. Er wordt een aanleiding geconstrueerd. Duitsland noemt Danzig een onvervreemdbare Duitse stad die weer terug naar Duitsland moet. De propagandamachine pompt dagelijks ophitsende onzin rond en na de Duitse inval mogen de kranten van het Ministerie van Propaganda het woord ‘oorlog’ niet gebruiken. 84 jaar later klinkt ons dat bekend in de oren.